Nathan Korfker

18 maart 2024

Met 7 bussen richting De Jungle in Calais

Op 17-jarige leeftijd kwam ik voor het eerst bewust in contact met het fenomeen ‘vrijwilligerswerk’. In Frankrijk, in ‘De Jungle bij Calais’, een illegaal vluchtelingenkamp in Calais wat al sinds 2002 bestond. In 2015-2016 verdubbelde het aantal inwoners (6000) door de vluchtelingencrisis. 

In dit verhaal neem ik jullie mee in mijn ervaringen, de gruwelijke omstandigheden in het vluchtelingenkamp, de prachtige momenten en ontmoetingen die ik met allerlei verschillende mensen had.

Daarnaast neem ik jullie graag mee in mijn gedachten rondom vrijwilligerswerk en mijn inzet voor andere mensen. De vraag die ik mezelf vaak stel is: is hetgeen wat ik nu doe daadwerkelijk van waarde? Houd ik hiermee iets in stand? Doe ik dit voor mezelf of écht voor de ander?

7 bussen vol met eten, goederen en eerste levensmiddelen op naar de Jungle van Calais

Begin november kwam een collega van mijn moeder (Pieter, inmiddels een goede vriend) met het initiatief om met een konvooi vanuit Nederland richting het vluchtelingenkamp in Calais te gaan. Het idee: met zoveel mogelijk volgeladen bussen naar Calais om de mensen in het vluchtelingenkamp te voorzien van levensmiddelen, eten, kleding en andere goederen. 

Hoe wisten we zeker dat de spullen op de juiste plek terecht kwamen?

Mijn moeder, de collega en nog een ander gingen een aantal weken van te voren richting Calais om te kijken hoe het er aan toe ging in de Jungle van Calais. Met een bus vol spullen kwamen ze aan in het kamp en werden ze direct bestormd door bewoners uit het vluchtelingenkamp.

Het fenomeen ‘in the line!’ was geboren (hierover later meer). 

Door dit bezoekje vooraf wisten we ‘precies’ hoe het allemaal in zijn werking ging in het vluchtelingenkamp. Zo wisten we wat voor spullen we moesten inzamelen en konden we ervoor zorgen dat de spullen op de juiste plek terecht kwamen. Dit zorgde ervoor dat niet alles alleen bij ‘de ‘hardste schreeuwers’ terecht kwam.

De Jungle Calais

‘De Jungle’ is de bijnaam van het vluchtelingenkamp van Calais. De Jungle was een woonplaats voor migranten uit allerlei verschillende landen opgedeeld in afgescheiden ‘wijken’. Een derde van de mensen kwam uit Soedan, daarnaast woonden er vluchtelingen uit  Afghanistan, Irak, Iran, Syrië, Eritrea en Pakistan (independent.co.uk). Voornamelijk met doel om de oversteek naar Engeland te maken.

Het vluchtelingenkamp bestond voornamelijk uit geïmproviseerde tenten, dozen, houten bouwwerken, etc. Baby’s, kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen sliepen hier met de hoop om de oversteek te kunnen maken naar Engeland.

De ‘Gendarmerie Nationale’ op elke hoek van het kamp

Op 26 december 2015 reden we met onze bussen richting Calais en kwamen we aan in ons hostel in Calais. Met zo’n 14 man en 7 bussen sterk (allemaal bij elkaar gekomen via Facebook oproepjes), werd ik meegenomen op een avontuur om mensen te helpen. Wat we precies gingen doen? Nog geen idee. We zouden 4 dagen blijven, en iets met al die spullen doen. 

De volgende ochtend wisten we, via contact met het logistieke team van het kamp, waar we heen moesten met alle bussen. Naast het kamp stond een grote loods waar alle spullen van buitenaf ingezameld werden. Het verbaasde me dat er daadwerkelijk een georganiseerd en werkend logistiek systeem aanwezig was.

Onze eerste taak was om al onze spullen uit de bus te halen en te sorteren in de loods. Vervolgens gingen we het kamp op om een eerste blik te werpen. Van een afstand zagen we de blauw/groene zeilen al wapperen. Ik kan me nog herinneren dat we onder een brug door moesten om bij het kamp te komen. Overal stond de ‘Gendarmerie Nationale’ (een Franse semi-militaire politiemacht) te controleren en de wacht te houden. De Jungle lag namelijk langs de snelweg waar dagelijks (vaak in de nacht) migranten zich probeerde te verstoppen in/op/onder/tussen vrachtwagen op weg richting Engeland. 

Zonder problemen kwamen we het kamp op en liepen we een rondje. De eerste stappen door de modder waren bizar. Kleine kinderen die rond renden in de modder en volwassen mannen en vrouwen die treurig om zich heen keken. 

De Jungle bij Calais was een volledig dorp geworden. Winkels, kappers, kerken, moskeeën, scholen, theaters, scholen en nog veel meer voorzieningen gebouwd door de bewoners van kamp.

De lach van een kind ondanks alles wat er gebeurt

Op de tweede dag hebben we op verschillende punten in het kamp eten uitgedeeld. Rijen met mensen stonden te wachten op maximaal twee bananen.

Het besef dat ik bevoorrecht ben om aan de andere kant te staan, sloeg in. Wetende dat ik vanavond weer in een hostel sliep op een goed matras, warm, met een normaal dak boven mijn hoofd en met het uitzicht om weer naar huis te gaan voelde dubbel. 

Naast een dubbel gevoel, motiveert dit gevoel mij ook enorm om mijzelf te blijven inzetten voor mensen met minder kansen dan ik. 

Vanuit Nederland hadden we veel hout en plaatmateriaal meegenomen. Een aantal inwoners van het kamp vroegen ons om dit te gebruiken voor een schoolgebouwtje zodat de kinderen er les konden krijgen. Hier zijn we zeker een middag zoet mee geweest. 

Tijdens de wandeling kwam ik een meisje in een buggy tegen, midden in de modder. Ik keek naar haar met de gedachte ‘dat je dit als kind moet meemaken. Vluchten uit je eigen land, vol onwetendheid en vervolgens terechtkomen in een kamp zoals deze.’

De glimlach van dit meisje ging niet van haar gezicht. Ze had ontzettend veel plezier in haar buggy in de modder. Ik had geen idee waarom. Praten ging niet in verband met de verschillende talen die we spraken, maar communiceren door terug te lachen en te zwaaien ging wel. Ze strekte haar hand uit en begon te lachen! 

Bijzonder om te zien dat er niets boven de lach/vreugde van een kind gaat op zo’n moment.

“Why are you here? What are you doing here?”

Voor onze veiligheid liepen we in principe altijd samen als groep over het vluchtelingkamp heen. Nieuwsgierig als ik was ging ik toch een rondje zelf over het vluchtelingenkamp lopen. Op zoek naar verhalen, maar vooral om mijn behoefte naar nieuwsgierigheid te vervullen. Hoe zouden de mensen écht leven en hoe zien deze tenten/’huisjes’ er van binnenuit?

Na een tijdje rond te hebben gelopen kwam een van de bewoners, vrij direct, naar mij toe. Hij vroeg: “Why are you here? What are you doing here?”. Ik reageerde met het verhaal dat we hier met spullen en eten zijn gekomen om uit te delen en dat we bezig waren met het bouwen van een schooltje. De man begreep me niet helemaal maar liet vooral merken dat niet blij was en liep weer verder.

De spanning zat er aardig in, ik voelde me niet helemaal veilig en begon te twijfelen of dit nu wel zo’n goed idee was. 

Even later kwam ik een jonge man tegen! Iets ouder dan ik, en ik raakte met hem in gesprek. Beide deelde we onze verhalen. Hij vertelde over zijn passie voor voetbal en zijn droom om profvoetballer te worden. Die droom had ik ook nog steeds. Na een goed gesprek schudde we elkaar de hand en vervolgde we onze wegen. 

Vervolgens kwam ik langs een groepje jongeren van mijn leeftijd (16-18 jaar). Ze waren aan het voetballen. Ik ging erbij staan en vroeg of ik mee kon doen. Ondanks dat we elkaar niet konden verstaan hebben we een half uur gevoetbald en lol gemaakt. Voor het eerst besefte ik mij wat voor waarde sport kan hebben tussen verschillende culturen (vooral als je niet dezelfde taal spreekt.) Het zorgt voor verbinding, communicatie en plezier.

Uiteindelijk heb ik nergens durven vragen of ik even binnen mocht kijken, maar een beeld van hoe de mensen hier leven had ik uiteindelijk wel. Mijn nieuwsgierigheid was vervuld.

Achteraf was het niet zo slim om daar alleen rond te lopen. Nieuwsberichten over vecht- en steekpartijen tussen de verschillende culturen/groepen in het vluchtelingenkamp kwamen in de maanden erna regelmatig in het nieuws.

Daarnaast ontstonden er veel onveilige situaties. Vrachtwagenchauffeurs werden bedreigd met honkbalknuppels, pepperspray en steekwapens, en de immigranten deinsde niet terug voor geweld met de politie. Dit alles zet mij nog steeds aan het denken. 

Waarom mensen helpen die voor veel onrust en gevaar zorgen?

Een logische vraag. Zelf sta ik ook niet altijd achter bepaalde keuzes/acties, en zeker niet achter geweld. Ik snap de kritiek en de vragen die hierover gesteld worden. Op dit soort momenten denk ik ook aan het grotendeels van de mensen die zijn gevlucht omdat ze niet meer veilig waren. Onderdrukt werden, uitgeroeid werden vanwege een geloofsovertuiging, of geen huis meer hadden omdat deze simpelweg er niet meer is door de oorlog. 

Iets wat mij altijd bij zal blijven zijn de woorden Pieter: “Ik kies er nu voor om anderen te helpen. Als je het duister in de wereld niet bestrijdt met licht, blijft het voor altijd donker.’’

Het respecteren van iemand zijn ‘thuis’.

Een paar jaar later vroeg ik mij ook steeds vaker af of het niet raar was om als 17-jarige jongen uit Nederland over een vluchtelingenkamp te lopen ‘zonder doel’. Aan de ene kant: Nee, ik was nieuwsgierig en het was mijn eerste ervaring met vrijwilligerswerk, iets voor een ander doen. Aan de andere kant: Ja, je kijkt letterlijk ‘even’ hoe mensen wonen. Je betreedt het terrein van mensen op dat moment, zonder specifiek doel. Hoe kijk ik naar mensen die doelloos door mijn straat lopen hier in Nederland? Bij mij komen dan dezelfde vragen op als die man die ik tegenkwam: “Waarom ben je hier? Wat doe je hier?”

Nu was ik natuurlijk wel met een doel hier naartoe gekomen: om te helpen. Achteraf besef ik me hoe belangrijk het is om iemand zijn woon- en leefomgeving te respecteren.

Mijn eerste ervaring met vrijwilligerswerk kwam ten einde, maar mijn avontuur en honger naar meer gerechtigheid begon hier. 

Op de hoogte blijven?

* indicates required

Intuit Mailchimp

The current query has no posts. Please make sure you have published items matching your query.